Onlangs maakte de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (kortweg AWVN) bekend dat een groot deel van door werkgevers gereserveerde opleidingsbudgetten niet gebruikt wordt. In de meeste CAO’s worden afspraken gemaakt over het opleiden en ontwikkelen van medewerkers en gemiddeld wordt ongeveer € 700,- per medewerker per jaar gereserveerd. Er zijn verschillende redenen waarom het updaten van je kennis belangrijk is. Denk maar aan de introductie van nieuwe technologieën (o.a. energietransitie), wijzigende wet-en regelgeving, we moeten langer door werken vanwege de hogere pensioenleeftijd, personeelstekort in de technische sector, etc. Stuk voor stuk redenen waarom het belangrijk is dat werknemers zich blijven ontwikkelen om vitaal te blijven. En dat vinden werkgevers ook. Er is dus geld genoeg. Waarom blijft er dan toch zoveel opleidingsbudget onbenut?
De volgende oorzaken zijn te vinden.
- Werkdruk. Het tekort aan goed gekwalificeerd technisch personeel, gecombineerd met veel drukte in de markt, zorgt er voor dat medewerkers veel werk te doen hebben en zich weinig tijd voor opleidingen gunnen. De opleiding in de eigen tijd volgen is ook geen oplossing; werknemers geven aan dat ze nu al moeite hebben om de werk-privé balans een beetje goed te houden.
- Werknemers weten niet goed welke opleiding of training zij moeten volgen.
- ‘Het gaat toch goed zoals het gaat’. Niet alle medewerkers ervaren dat zij een kennis achterstand hebben zolang zij hun werk goed kunnen uitvoeren. Hierdoor zijn zij onvoldoende gemotiveerd om zich te ontwikkelen en een opleiding te volgen.
- Slechte ervaring met eerdere opleidingen. Ook dit kan een reden zijn dat medewerkers niet gemotiveerd zijn om een nieuwe opleiding te volgen.
- Oudere medewerkers die nog maar een paar jaar tot hun pensioen hoeven, zien vaak het nut niet in van het volgen van een nieuwe opleiding.
De noodzaak van het opleiden van medewerkers is duidelijk en wordt de komende tijd waarschijnlijk alleen maar belangrijker. Geld is er ook genoeg. Wat moet er dan gebeuren om werknemers aan de studie te krijgen?
Ten eerste is de aanwezigheid van een leercultuur in de onderneming van belang. Een ‘leven lang leren en ontwikkelen’ moet als normaal gezien worden. Daarnaast speelt de leidinggevende een cruciale rol. Hij/zij kan medewerkers stimuleren zich zelf te ontwikkelen in de voor het bedrijf en de medewerker gewenste richting. De leidinggevende geeft ook het goede voorbeeld door zelf opleidingen te volgen. Tenslotte moeten medewerkers zelf veel meer de verantwoordelijkheid nemen over hun eigen loopbaan en de daarvoor gewenste opleidingsrichtingen.
Dit artikel is gebaseerd op een onderzoek van de Algemene Werkgeversvereniging Nederland.